dinsdag 9 april 2013

Op zoek naar het (tropische) paradijs in Kerela (Vakantie deel 2)


Nadat we Sevapur hebben verlaten ging de weg verder richting Madurai. Deze stad had ik reeds eerder bezocht voor de aanschaf van enkele schoolboeken. Nu had ik ruim de tijd om de verschillende toeristische trekpleisters te bezoeken. Velochamy maakte ook gretig gebruik van onze taxi aangezien hij ook naar Madurai moest om papieren in orde te maken. Aangezien de krant tijdig was uitgelezen en er nog 1 passagierszetel vrij was kon hij dus meerijden. In de buurt van het hotel hebben we hem dan ook afgezet en hij straalde. Doordat hij niet het openbaar vervoer hoefde te nemen kwam hij enkele uren vroeger toe en had hij bijgevolg nog ruim te tijd om zijn familie rustig te bezoeken.

Madurai betekende ook meteen de laatste stopplaats in Tamil Nadu. Met een bevolkingsaantal van ongeveer 1.4 miljoen inwoners is dit de 2de grootste stad van Tamil Nadu. We bezochten hier onze laatste tempel, namelijk de Sri Meenakshi tempel, het paleis van Tirumalai Nayak, een groot waterreservoir en het Ghandimuseum. De tempel is de belangrijkste trekpleister van de stad en beslaat een grote oppervlakte. Het is belangrijk om goed te onthouden doorheen welke Gopuram (ingang) je naar binnen bent gegaan om later je schoenen nog terug te vinden. Foto’s nemen was niet langer mogelijk van het tempelcomplex door de recente aanslagen in Hyderabad . Hierdoor is men veel strenger geworden betreffende de veiligheid. In de nabijgelegen emporia (grote winkels met sieraden, beelden, stoffen,…) kon je vroeger ook tot op het dak klimmen om hier een goed overzicht te verkrijgen over het geheel en ook dit is niet langer mogelijk. In Madurai hebben we in het hotel ook een eerste keer een typische Ayurvedische massage genomen. Aangezien ik de volledige massage voor in de provincie Kerala wilde houden liet ik enkel mijn gezicht behandelen. Ik moet zeggen dat ik na de massage precies een gezicht had dat weer enkele jaren jonger aanvoelde.

Ikzelf en chauffeur Balu voor de Zuid Gopuram van de Sri Meenakshi tempel te Madurai

Mama lijkt wel een dwerg in het paleis van Tirumalai Nayak
Na het verblijf in Madurai ging de weg verder richting de aangrenzende provincie ‘Kerala’. Aangezien dit onze laatste dag was met de chauffeur Balu vertrokken we vroeger dan normaal richting de volgende bestemming. Hij moest nog helemaal terugkeren naar huis nadien. Onderweg kwamen we eerst verschillende velden tegen waarop men suikerriet teelde. We stopten om de oogst te filmen en we kregen dan ook als dank voor het nemen van foto’s een stuk suikerriet aangeboden. In de buurt waren er ook verschillende kleine bedrijven waar er bakstenen werden geproduceerd. Na enkele uren nog in de laagvlakte van Tamil Nadu te hebben vertoefd, doemde langzaam de bergketen de Ghats op. Deze bergketen vormt de grens tussen beide provincies. De weg slingerde gedurende ruim een uur langzaam omhoog en de temperatuur daalde (heel) langzaam mee. En plots waren we in het groene Kerala, het stoffige en droge landschap van Tamil Nadu bleef achter ons. Het 2de deel van de vakantie kon nu echt beginnen. 


Doorheen enkele theevelden ging de weg tot in Munnar. Dit is de theestad bij uitstek in India. Overal rondom jou kan je theevelden zien, buiten in het stadscentrum zelf dan. De stad is trouwens ook het enige deel van de regio dat niet mooi is, zoals typisch voor een Indische stad is het vuil en druk. We verbleven enkele kilometer buiten de stad met een zicht over een theevallei in Misty Green view. Aangezien dit niet werd aangeduid met een bord was het moeilijk te vinden en onze chauffeur Balu was nogal koppig en wilde de eigenaar niet opbellen. Na enkele keren fout te rijden heeft hij dan toch gebeld en vonden we onze volgende verblijfsplaats. Hier namen we dan ook afscheid van onze chauffeur die nog 10 uur moest rijden richting zijn huis. Maar hij was gelukkig dat hij in Munnar was geraakt voor 15 uur.

Naar Munnar ga je voornamelijk voor het mooi uitzicht, de stilte en de lagere temperatuur. De stilte was gedurende de eerste 2 dagen niet aanwezig wegens een festival in de tempel van het dorpje in de buurt. Een wekker om 5.15. De temperatuur was ook nog hoog voor de tijd van het jaar, al was het wel iets frisser in vergelijking met de andere stops. We maakten voornamelijk gebruik van de tijd om te genieten van de omgeving en om wandelingen te maken doorheen de theevelden. In principe was dit normaal niet mogelijk, maar je kan altijd via zijwegen de theevelden betreden. En dan zie je ook de werknemers die meestal afkomstig zijn uit Tamil Nadu de thee oogsten. Elke werknemer moet dagelijks ruim 20kg blaadjes plukken en dat voor een loon van ongeveer 3€/dag. In de regio wordt bijna 80% van de theevelden beheerd door de vereniging TATA. Zij openen ook een theemuseum waar we informatie kregen over de verwerking en de geschiedenis van de thee. Natuurlijk hebben we ook verschillende soorten thee gekocht.

De groene heuvels bezaaid met theestruiken rond Munnar

Thee plukken
Hiernaast maakten we ook gedurende 1 dag een toeristische tocht in de omgeving waarbij we langsheen het Mattupetymeer passeerden. Het leek wel alsof je een stuwmeer in de Alpen zag. Er waren ook veel mooie overzichtspunten waar je een ruim overzicht kreeg over de theevalleien. Wat ik trouwens ook leuk vond is dat de temperatuur hier niet te hoog is om chocolade te laten smelten. Bijgevolg produceert men dit goedje ook in de streek. Eindelijk nog eens degelijke chocolade eten, hmmm.

Kerala is trouwens ook gekend voor de Kathakalidans. Net zoals tijdens mijn verblijf in Cochin stond het bijwonen van deze dans op het programma. Het is geen gewone dans aangezien de dansers eigenlijk de meeste bewegingen maken met gebaren of met gelaatsuitdrukkingen. Hiernaast hebben we na deze voorstelling ook een voorstelling van de lokale gevechtssport bijgewoond, namelijk Kalarippayat. Men gebruikt verschillende wapens om hiermee al dansend met elkaar te strijden.

De kwade blik tijdens de Kathakalivoorstelling

1 fake zwaardvechter (links) en dan een meer getalenteerde er net naast

Na een verblijf van 3 dagen in Munnar ging de tocht verder richting Cochin. Hier zouden we 1 nacht verblijven om nadien naar de volgende bestemming door te reizen. Naarmate we korter bij Cochin kwamen werd het weer warmer en was er weer meer verkeer. We zagen onderweg ook enkele ongevallen waarvan er ook 1 een dodelijke slachtoffer bleek te hebben. Eenmaal in Cochin aangekomen konden we rustig bekomen van de lange tocht en stond er ‘Fish Pollichathu’ op het menu. Dit is de lokale vis die enkel in de Backwaters voorkomt gemaakt in een bananenblad. En dat kan smaken. Na ons avondmaal brak er in eens een hevig onweer uit. Hierdoor was de temperatuur toch iets aangenamer.

De volgende ochtend vertrokken we al om 6 uur ’s ochtends. Er stond een tocht van ongeveer 8 uur op het programma richting het Mudumalai NP. Het was slechts 250km rijden, maar door de slechte staat van wegen, veel bochten en trage ritsja’s en vrachtwagens op de baan is een gemiddelde snelheid van 40km/uur al mooi. Hiernaast worden ook de nodige stops ingelast. Na een lange rit met heel veel getoeter kwamen dan eindelijk toe in het nationaal park. Jammer wel dat er verschillende wegen doorheen gaan met onderweer de weg die de steden Mysore en Ooty met elkaar verbindt. We hebben 2 avonden met een jeep doorheen het park gereden en ’s ochtends stond er telkens een wandeling van 2 uur doorheen het park op het programma. Het moet gezegd worden, dit voelt toch wat raar aan om in een park rond te wandelen waar tijgers en beren leven zonder een wapen in bezit te hebben. We zijn wel eens moeten gaan lopen voor een olifant die niet zo gelukkig bleek te zijn met onze aanwezigheid. Maar desondanks dit dier vrij groot is, hebben we hem wel niet kunnen zien. Een tijger kan zich dus nog beter verstoppen voor ons geoefend observatie-oog. Jammerlijk genoeg zagen we geen beren, tijgers of luipaarden. Pauwen, herten, everzwijnen, grote eekhoorns, enkele buffels en olifanten hebben we wel gezien. Overdag hadden we ook wat tijd vrij en dit werd gebruikt om een uitgebreide fruitmaaltijd te maken en de postkaartjes te schrijven.

Een mooi poserend mannenlijk hert

Een pauw
Na 2 dagen was de zoektocht naar dieren voorbij en ging de weg terug naar Cochin, waar we opnieuw in een gastgezin zouden verblijven. Na een vermoeiden rit van wederom 8 uur kwamen we toe. Alle uitstappen in Kerala waren trouwens geregeld via een lokaal reisbureau: Wilson tours & travels. We verblijven ook bij hem thuis. En het moet gezegd worden, het eten was hier heel lekker maar wel pikant. Het was merkbaar dat Yasmine (Wilson’s vrouw) oorspronkelijk afkomstig is uit Tamil Nadu. Normaalgezien is de keuken van Kerala niet zo pikant.

In plaats van meteen door te reizen verbleven we deze keer wel een volledige dag in Cochin. De toeristische trekpleisters in Fort Cochin (Chinese netten, enkele kerken,…) en in Matancherry (Dutch Palace en de Joodse wijk) werden op het gemak bezocht. Niet alles was open omdat Pasen in aantocht was. Hierdoor waren sommige toeristische trekpleisters enkele dagen gesloten. Ter compensatie spendeerden we meer tijd in gezellige cafés. Ik moest nog profiteren van milkshakes, stukken taart en andere lekkernijen. Want in Sevapur zou het opnieuw een maand semi-vasten worden. Ook al is Pasen dan reeds gepasseerd. Ik heb mij ook nog een nieuw schaakspel gekocht, maar dan meer een spel als decoratie. Bedankt op voorhand aan meter voor de sponsoring. Mijn huis zal in de toekomst naast een Afrikaanse tint ook wat Indische invloed meekrijgen.

De chinese netten bij valavond

het kantoor van het lokale reisbureau Wilson tours & Travels

Na een dag de tourist uit te hangen in Cochin ging de weg verder richting de backwaters. Dit zijn kanalen langsheen de hele kust van Kerala. Hier vindt men overal kokosnootbomen, rijstvelden en garnalenkwekerijen. De garnalen smaken verrukkelijk hier en je gaat best voor de kleinste exemplaren. Deze smaken ook lekker en zijn niet zo duur in vergelijking met de King prawns. Op deze backwaters hadden we voor 1 dag een houseboat gehuurd. Dit is een traditionele boot die men vroeger gebruikte voor het transport op deze kanalen. Momenteel is dit voornamelijk een toeristische attractie geworden om hiermee rond te varen, meestal gemotoriseerd. Aangezien wij ook wel aan het milieu denken hebben we gekozen om voor een ecologische houseboat te gaan. Geen motor, noch airco op onze boot. De aandrijving gebeurde via 2 punters. Dit zijn mannen die met lange bamboestokken de boot voortduwen door zich af te duwen op de bodem van het kanaal. Elektriciteit was er ook via een batterij die wordt opgeladen op zonne-energie. Bovendien vaarden we ook rond in een omgeving waar slechts 1 andere houseboat was.

De punters duwen met lange bamboestokken de boot voor
Chinees net in werking op de backwaters met een 10-tal arenden er om heen

Het moet gezegd worden, Kerala lijkt wel het paradijs. Rustig rondvaren tussen de palmbomen met kingfishers en arenden die voorbij vliegen. Het is een mooi zicht. Er zaten echt ontzettend veel arenden (vis – en zeearend). Op bepaalde momenten zag je er echt wel bijna 10 tegelijk rondzweven. Na 2 rond te varen kwamen we uit op een groot meer. Hier meerden we aan en ik mocht na een korte wandeling gaan zwemmen in de Arabische Zee ongeveer 100m verderop. En dat water was warm, echt warm. Dat belooft voor de laatste dagen in Goa. Daartegen betekent zwemmen in de Noordzee altijd een beproeving van de kou. Vervolgens gingen we terug de boot op waar we in het midden van het meer onze lunch kregen. 8 schotels die waren gemaakt op de boot en het was lekker. Wegens de hitte (35-40°) werd er nadien een siësta ingelast en vervolgens keerden we terug naar ons vertrekpunt. Hier bleven we na opnieuw een verrukkelijk avondmaal met een hoop garnalen op ons bord slapen op de boot. Het was warm, te warm zelfs om ook maar ietwat in slaap te kunnen vallen. Na een zweterige nacht werden we gewekt door de omliggende inwoners. Ze waren hun Chinese netten aan het gebruiken om de dagelijkse vis te vangen. En de arenden zweefden vrolijk rond en af en toe steeg er 1 op met een vers gevangen vis.

De heerlijke maaltijd op de houseboat bestaande uit 8 gerechten 9voornamelijk de garnalen zaren heel lekker)

Uitzicht op het paradijs (palmbomen, water en roofvogels om je heen)

Om 9 uur kregen we nog een uitgebreid ontbijt en dan ging de reis terug naar Cochin. Hier wandelden we nog gedurende de namiddag rustig rond en de nodige lassie/Milkshakehalte werd ook niet vergeten. ’s Avonds kregen we een heuse paasmaaltijd voorgeschoteld (eend, rund en verschillende soorten van bijgerechten). Nadien was het tijd om te gaan slapen. De middernachtmis hebben we aan ons laten voorbij gaan aangezien deze van 23 uur tot 2 uur ’s nachts duurde en de nachts nadien stond er een vlucht richting België (mama) of voor mij een lange busrit op het programma.

De laatste dag stond in het teken van het afscheid. Aangezien mama omstreeks de middag al naar de luchthaven zou gaan had ik besloten om Shanid te contacteren. Dit is een ‘Yuppie’ die ik had leren kennen met Nieuwjaar. Hij was om 10 uur naar onze verblijfplaats gekomen en dan hebben we nog 2 uur samen in Fort Cochin rondgehangen. Nadien vertrok mama naar de luchthaven met een taxi. Via sms heeft ze nog laten weten dat ze als Indische afsluiter zelf een botsing heeft mogen meemaken. Een brommer was tegen de taxi geknald. Een afscheid in stijl dus. Ik ben dan nog gedurende de hele dag met Shanid op pad geweest. Hij stelde mij verschillende van zijn vrienden voor en ik schrok mij rot om de rijkdom te zien bij enkele van hen. Dit was een dag voor mij waar ik de andere kant van India zag. Het voelde raar om ineens met mensen in contact te komen die soms wel meer dan 100 miljoen € bezitten. Maar het waren aangename mensen en ik was door mijn blonde haar en blauwe ogen iets speciaal voor hen. Ik was in het exotische Kerala een exotische figuur voor hen. Shanid heeft mij ook meegenomen naar de grootste mall (winkelcentra) van Azië, de Lulumarket. Dit winkelcentra was echt groot, al betwijfel ik wel dat het effectief de grootste is. China of Japan moeten in staat zijn om beter te doen. Hiernaast heb ik ook nog Shanid zijn familie bezocht. En tot mijn verrassing is zijn jongste zus een opkomende ster in Mayalamfilms (de lokale filmindustrie van Kerala). Zo had ik ook de kans om een lokale ster te ontmoeten. Na een dag vol verrassingen was het tijd om richting mijn nachtbus te gaan, maar ik wilde ook nog afscheid nemen in stijl. Dit gebeurde met een maaltijd in ‘Pai Brothers’ met een Cashew Chocolate dosaï. Lekker!

De yuppies van Cochin (Shanid staat achteraan)

Omstreeks 21.30 vertok mijn nachtbus richting Dindigul. Na opnieuw weinig te slapen kwam ik dan toe in Dindigul omstreeks 4.20 ’s ochtends. Gelukkig voor mij was er 20 minuten later al de eerste bus naar Sevapur waar ik rond 6 uur toekwam. Na mijn bagage de berg op te slepen kwam ik weer thuis en was het tijd om tot 10-11 uur in mijn bed te kruipen. Langer lukte niet want het kwik was ondertussen al gestegen tot 40°.

Dus nog zonnige en effectief zweterige groeten vanuit India, tot binnen ruim 3 weken. Het is bijna voorbij en de 6 maanden fladderden snel voorbij.

p.s. Volgende week ga ik mijn inkopen doen voor de school (sportmateriaal, gezelschapsspelen en posters voor didactisch gebruik). Hierover volgt nog een uitgebreide post binnenkort. Waarschijnlijk is dit ook mijn laatste post in India. Na mijn terugkomst sluit ik dit nog af met een beschrijving van mijn laatste week in India en het leven opnieuw in België.






vrijdag 5 april 2013

Weg uit Sevapur en de weg terug (vakantie deel 1)



Na een ruime week hard labeur aan taken voor school en bijna opgesloten te leven in het bureau van de president van ISS was het eindelijk zover. De vakantie kon beginnen en buiten de eerste 2 dagen (afwerken van een laatste taak) moest ik niet te veel aan school denken. Op 12 maart vertrok ik ’s avonds richting Chennai. Aangezien de Zweedse uitwisselingsstudente Tune ISS definitief verliet omstreeks hetzelfde tijdstip had ik het geluk dat ik met een mentor van haar kon meerijden. We werden allemaal in Dindigul afgezet en aangezien we allemaal nog even moesten wachten werden we nog door Sandeeb (de lokale stagementor van Tune) getrakteerd op een ijsje. Veel tijd was er niet want ik werd tijdens de maaltijd opgebeld door de busconducteur dat de bus binnen 15 minuten in het station zou toekomen.

Na een hobbelige rit en weinig slaap in de bus wegens weinig beenruimte kwam ik de volgende ochtend omstreeks 5.30 uur ’s ochtends toe in de buurt van de luchthaven van Chennai. Hier ben ik opgepikt door Balu, onze taxichauffeur voor de komende 9 dagen. Aangezien we nog 3 uur moesten wachten had ik ruim de tijd om met hem wat te praten en rustig een koffie te gaan drinken. Gelukkig voor ons sprak hij voor Indische normen heel degelijk Engels. Omstreeks 8.45 kwam mama dan ook toe met pak en zak en was het kwestie om Chennai zo snel mogelijk te verlaten.

Onze Indische wagen (Ambassador) in koloniale stijl met chauffeur Balu

In de auto (een ambassador van het merk Hindustan motors) was het tijd om rustig bij te praten, gelukkig hadden we een auto met airco wat bij een temperatuur van 35-40° geen overbodige luxe is. Het bijpraten was nog vrij beperkt aangezien we beiden wel af en toe eens indommelden. Na ruim 2 uur rijden werd er een eerste keer halt gehouden. Net zoals ruim 4 maand terug ging ik Mahabalipuram bezoeken. Deze keer was het veel rustiger en hebben we na wat onderlinge strubbelingen de hulp van een gids ingeroepen. We bezochten ondermeer de 5 rathas, de rotstempel, de boterbal en Arjuna’s boetedoening (dit is een grote rotstekening die aantoont hoe de Ganges is ontstaan). Al deze trekpleisters zijn tijdens de Pallavische dynastie (6de-8ste eeuw N.C.) uit de lokaal aanwezige stenen uitgehouwen. Mahabalipuram is nog steeds heel bekend voor het stenen beeldhouwwerk.  Het minpunt van deze plek is dat het vrij toeristisch is en de lokale bevolking hier sterk op inspeelt door blijvend aan je armen te trekken om toch maar iets van hen te kopen. Het bezoek van Mahabalipuram werd afgesloten met een typische maaltijd in Tamil Nadu, een thali opgediend op een bananenblad.

De vorming van de Ganges in Mahabalipuram

Vervolgens stond er nog een afstand van 100km op het programma richting de voormalige Franse enclave ‘Pondicherry’. Aangezien we nog wat tijd hadden, liep het laatste deel van het traject doorheen het platteland. Tegen valavond kwamen we toe aan ons hotel. Het moet gezegd worden, Hotel de l’Orient is een pareltje en het eten was voortreffelijk, voornamelijk dan het ontbijt en de vismaaltijden. Je proefde meteen de invloed van de Franse keuken in alle gerechten. De kamer ‘Madurai’ en het interieur in het hotel deden je terugdenken aan de koloniale tijd en het leven tijdens de 18de eeuw. Ik sliep alleszins als een roos met een goed gevulde buik. Maar die gevulde buik mocht wel aangezien ik weer zwaar was afgevallen tijdens mijn verblijf in India, er mochten wel weer wat reservestoffen worden opgenomen zodat niet iedereen in België verschiet als ik terugkom.

In Pondicherry hadden we ruim 2 dagen de tijd om rustig te genieten en te bekomen van de jetlag of een vrij slapeloze nacht in de bus. De stad is ook nog steeds gescheiden in 2 delen door een kanaal. Het Franse deel is slechts 2km lang en telt ongeveer 4 parallellopende straten, maar je merkt meteen op dat dit geen typische Indische stad is. Het is vrij proper, ’s avonds is het rustig en er rijden maar weinig auto’s en ritska’s rond. Het Indische gedeelte is daarentegen vrij rumoerig en druk. We hebben beide delen van de stad bezocht.  In het Franse deel bezochten we ondermeer het park, het kerkhof, de zeedijk, enkele kerken, de Ganeshtempel, de Sri Aurobindo Ashram,… . In het Indische gedeelte was het gezellig om de moslimwijk en de grote centrale markt rond te dwalen.

Graf van Claire O'connell (zij stief de dag voor haar huwelijk na een hartaanval bij het zien van een schedel en het kraaien van een raaf/kraai

Seizoensgebonden fruit eten aan de Indische oceaan te Pondicherry (watermeloen, ananas en papaya)

Tijdens onze laatste dag in Pondicherry hebben we ook even een bezoek gebracht aan Auroville, een korte wandeling richting de Matrimandir stond op het programma. Dit is een gemeenschap die is opgericht in 1968. De bedoeling is om hier een samenleving op te richten waar mensen vreedzaam, ecologisch en duurzaam samenleven van over de hele wereld. Het idee is ook om kasten, standen of een andere vorm van discriminatie tussen mensen uit te sluiten. Iedereen wordt als een gelijk individu bekeken.

Plots was het al zaterdag 16 maart en was het verblijf in Pondicherry afgelopen. De weg ging verder naar Thanjavur. Onderweg stopten we vaak om de lokale huisjes in klei met een rieten dak te observeren. Het viel ook op dat er nog veel goederen werden getransporteerd met koe en kar. Deze koeien hebben meestal gekleurde horens. De reden hiervoor is dat men hen op deze manier gemakkelijk van op afstand kan zien, zelfs in het donker. De weg liep ook door ontzettend uitgestrekte rijstvelden. Dit gebied of de Cauverydelta is de rijstschuur voor heel Tamil Nadu. Maar dit jaar is er te weinig water door opnieuw een tegenvallende Moesson waardoor veel boeren slechts een kleine opbrengst hebben. De klimaatopwarming is ook in Zuid-India duidelijk op te merken.

Ossenkar voor vrachtvervoer in de cauvery delta

Er werden ook tempels bezocht in 3 verschillende steden. Eerst stond er een bezoek aan Chidambaram (Dravidisch) op het programma. Deze tempel was een serieuze tegenvaller want het was er smerig. Dit valt nog extra op omdat je altijd op je blote voeten moeten rondwandelen in een tempel, dit is bovendien ook warm. Hierna ging de weg verder richting de Sri Pragadheswarar (Chola) tempel in Gangekondacholaporam. Deze tempel was gelegen in een prachtige tuin waar je eigenlijk perfect een lunch kon nemen. Hier bleek al snel dat we beiden de voorkeur hadden voor de tempels gebouwd door de Choladynastie. Deze tempels zijn soberder en men ziet nog duidelijk de witte steen. De tempels die zijn gebouwd in Dravidische stijl daarentegen worden gekenmerkt door ontzettend veel kleuren. Het komt over als een veel te kitscherig schilderij dat je bekijkt. Na de middag hebben we nog enkele tempels bezocht in Kumbakonam, hier waren zeker wel 100 tempels. De Dravidische tempels waren gelukkig voor ons gesloten waardoor we deze van buitenaf konden bekijken.

Poserende meisjes voor een beeld in de tuin rond de tempel in Gangaekondacholaporam
Na het bezoek van al deze tempels was er nog een laatste halte gepland net buiten Thanjavur. De regio is gekend voor het brons gieten. We bezochten een lokale gieterij waar men eerst nog een figuur in was maakt vooraleer men hier de bronslegering ingiet. Dit werk is vrij intensief, duurt lang en zorgt ervoor dat elke figuur verschillend is. Ik heb mij hier dan ook als herinnering voor mijn India-avontuur een mooi beeld uitgekozen. Het zal alleszins mooi staan op een kast in de living in mijn toekomstig huis. Nadien gingen we naar het hotel waar we wederom ontzettend lekker hebben gegeten. Alle producten waar organisch geteeld en je proefde dat ze heel vers waren. Mijn pannenkoek smaakte ook super. Ondertussen was Balu al vertrokken naar huis want zijn vrouw woonde slechts op 1 uur rijden van hier.

Ambachtelijk bronsgieten nabij Thanjavur (eerst maakt men een omhulsel in was en nadien wordt hier het brons ingegoten)

Na een korte nacht wegens festivalmuziek vanuit de kleine lokale tempel in de buurt van het hotel ging het bezoeken van tempels verder. Vandaag was het de beurt aan de Brihadisvaratempel en gelukkig voor ons is dit ook een tempel die is gebouwd door de Chola’s. Deze tempel staat op de lijst van UNESCO-werelderfgoed. Om iets meer te begrijpen van alle beelden en ook toegang te verkrijgen als niet Hindoe tot het binnenste van de tempel hebben we ook hier een gids genomen. Onze gids bleek een leerkracht te zijn, dat was te zien aan de notities die hij maakte en het vragen van onze aandacht. Toeval of niet, maar hij gaf net als mij ook biologie. Gedurende bijna 2 uur bleven we binnen het tempeldomein rondwandelen en we werden beide gezegend door de tempelolifant. Al zuigt dat dier ongeveer al je haren op als hij zijn slurf op je hoofd plaatst. Na het bezoek van deze tempel namen we de riksja en wonder boven wonder, ik zag voor de eerste keer in India een vrouwelijke bestuurder. Het was dan ook een must om haar als chauffeur aan het werk te zetten. Na een rustige(re) rit in vergelijking met een normale riksja kwamen we toe aan het Marata Palace. Dit paleis van de vroegere maharadja is nu een museum waarin verschillende beeldhouwwerken in steen in 
brons staan tentoongesteld. Nadien was het al middag en kwam een fris uitgeruste Balu ons afhalen.

Een vrouwelijke ritsjachauffeur is een zeldzaamheid

De leerkrachten biologie (ikzelf en de gids in de tempel van Thanjavur)

de Brihadisvaratempel te Thanjavur als pareltje van de kunst tijdens de Choladynastie

Het was wederom een warme dag en de weg ging van Thanjavur over Trichy richting Sevapur. Voordat ik naar mijn gekende leefomgeving wilde terugkeren dacht ik nog het rockfort te bezoeken in Trichy, maar wegens de hitte hadden mijn blote voeten op de warme rots waarschijnlijk afgezien. Vandaar dat we deze halte aan ons hebben laten voorbij gaan. Net voordat we in Sevapur toekwamen werden nog de nodige koekjes en andere hapjes gekocht. Op deze manier hadden we iets als middagmaal en kon ik iets uitdelen aan de overige gasten en de medewerkers van ISS. Na een weg die men aan het heraanleggen is te hebben getrotseerd en enkele keren door de planten te moeten rijden kwamen we eindelijk in Sevapur toe. Gelukkig voor mama waren ze toch wel niet de nieuwe rijst aan het planten. Op 2km van de eindmeet moest er dan ook even worden halt gehouden om dit fenomeen op band vast 
te leggen.

Rijst planten in Sevapur met de bergen en de kokosnootbomen op de achtergrond

Rijst planten in Sevapur (ingezoomd)

Eenmaal we toekwamen in ISS begon ik meteen met een rondleiding te geven van het hoofdgebouw en de aanwezige medewerkers. Aangezien het zondag was en er een meeting doorging in Dindigul was er wel bijna niemand aanwezig. Maar een rustige avond mag ook steeds. Tijdens het bezoek van ISS zijn we de hele tijd in Sevapur gebleven. Een wandeling doorheen het dorp langsheen de Oganic farm en een bezoek van een lokale familie stonden de eerste dag tijdens de voormiddag gepland. Nadien gingen we verder richting de Annai Lea Higher Secondary School. Hier hebben we een pikant middagmaal gegeten en zijn we gedurende de namiddag nog blijven napraten met leerlingen, leerkrachten en voornamelijk met de directrice. ’s Avonds zijn we door haar nog uitgenodigd om met haar gezin te komen praten.

Een idyllische plek in Sevapur (een traditionele woning bestaande uit klei en riet) omringd door palmbomen en rijstvelden

De volgende dag stond hetzelfde op het programma, nog even de school bezoeken en dan terug richting ISS en de zakken maken. Na deze 2 dagen verlieten we dan ook Sevapur. Opnieuw liet ik mijn woonplaats achter en deze keer voor 2 weken in plaats van de voorbije week. In de volgende post wordt het 2de deel van de reis verteld. Afscheid werd genomen in stijl, met een kop thee en de gazet in de hand. Hard werken is een kunst, de nodige breaks horen daar ook bij ;-) 

Rustig de krant lezen op ISS tijdens de theepauze (en daarbuiten ook soms hoor)