Na
een ruime week hard labeur aan taken voor school en bijna opgesloten te leven
in het bureau van de president van ISS was het eindelijk zover. De vakantie kon
beginnen en buiten de eerste 2 dagen (afwerken van een laatste taak) moest ik
niet te veel aan school denken. Op 12 maart vertrok ik ’s avonds richting
Chennai. Aangezien de Zweedse uitwisselingsstudente Tune ISS definitief verliet
omstreeks hetzelfde tijdstip had ik het geluk dat ik met een mentor van haar
kon meerijden. We werden allemaal in Dindigul afgezet en aangezien we allemaal
nog even moesten wachten werden we nog door Sandeeb (de lokale stagementor van
Tune) getrakteerd op een ijsje. Veel tijd was er niet want ik werd tijdens de
maaltijd opgebeld door de busconducteur dat de bus binnen 15 minuten in het
station zou toekomen.
Na
een hobbelige rit en weinig slaap in de bus wegens weinig beenruimte kwam ik de
volgende ochtend omstreeks 5.30 uur ’s ochtends toe in de buurt van de
luchthaven van Chennai. Hier ben ik opgepikt door Balu, onze taxichauffeur voor
de komende 9 dagen. Aangezien we nog 3 uur moesten wachten had ik ruim de tijd
om met hem wat te praten en rustig een koffie te gaan drinken. Gelukkig voor
ons sprak hij voor Indische normen heel degelijk Engels. Omstreeks 8.45 kwam
mama dan ook toe met pak en zak en was het kwestie om Chennai zo snel mogelijk
te verlaten.
 |
Onze Indische wagen (Ambassador) in koloniale stijl met chauffeur Balu |
In
de auto (een ambassador van het merk Hindustan motors) was het tijd om rustig
bij te praten, gelukkig hadden we een auto met airco wat bij een temperatuur
van 35-40° geen overbodige luxe is. Het bijpraten was nog vrij beperkt
aangezien we beiden wel af en toe eens indommelden. Na ruim 2 uur rijden werd
er een eerste keer halt gehouden. Net zoals ruim 4 maand terug ging ik
Mahabalipuram bezoeken. Deze keer was het veel rustiger en hebben we na wat
onderlinge strubbelingen de hulp van een gids ingeroepen. We bezochten ondermeer
de 5 rathas, de rotstempel, de boterbal en Arjuna’s boetedoening (dit is een
grote rotstekening die aantoont hoe de Ganges is ontstaan). Al deze
trekpleisters zijn tijdens de Pallavische dynastie (6de-8ste
eeuw N.C.) uit de lokaal aanwezige stenen uitgehouwen. Mahabalipuram is nog
steeds heel bekend voor het stenen beeldhouwwerk. Het minpunt van deze plek is dat het vrij
toeristisch is en de lokale bevolking hier sterk op inspeelt door blijvend aan
je armen te trekken om toch maar iets van hen te kopen. Het bezoek van
Mahabalipuram werd afgesloten met een typische maaltijd in Tamil Nadu, een
thali opgediend op een bananenblad.
 |
De vorming van de Ganges in Mahabalipuram |
Vervolgens
stond er nog een afstand van 100km op het programma richting de voormalige
Franse enclave ‘Pondicherry’. Aangezien we nog wat tijd hadden, liep het
laatste deel van het traject doorheen het platteland. Tegen valavond kwamen we
toe aan ons hotel. Het moet gezegd worden, Hotel de l’Orient is een pareltje en
het eten was voortreffelijk, voornamelijk dan het ontbijt en de vismaaltijden.
Je proefde meteen de invloed van de Franse keuken in alle gerechten. De kamer
‘Madurai’ en het interieur in het hotel deden je terugdenken aan de koloniale
tijd en het leven tijdens de 18de eeuw. Ik sliep alleszins als een
roos met een goed gevulde buik. Maar die gevulde buik mocht wel aangezien ik
weer zwaar was afgevallen tijdens mijn verblijf in India, er mochten wel weer
wat reservestoffen worden opgenomen zodat niet iedereen in België verschiet als
ik terugkom.
In
Pondicherry hadden we ruim 2 dagen de tijd om rustig te genieten en te bekomen
van de jetlag of een vrij slapeloze nacht in de bus. De stad is ook nog steeds
gescheiden in 2 delen door een kanaal. Het Franse deel is slechts 2km lang en
telt ongeveer 4 parallellopende straten, maar je merkt meteen op dat dit geen
typische Indische stad is. Het is vrij proper, ’s avonds is het rustig en er
rijden maar weinig auto’s en ritska’s rond. Het Indische gedeelte is
daarentegen vrij rumoerig en druk. We hebben beide delen van de stad
bezocht. In het Franse deel bezochten we
ondermeer het park, het kerkhof, de zeedijk, enkele kerken, de Ganeshtempel, de
Sri Aurobindo Ashram,… . In het Indische gedeelte was het gezellig om de
moslimwijk en de grote centrale markt rond te dwalen.
 |
Graf van Claire O'connell (zij stief de dag voor haar huwelijk na een hartaanval bij het zien van een schedel en het kraaien van een raaf/kraai |
 |
Seizoensgebonden fruit eten aan de Indische oceaan te Pondicherry (watermeloen, ananas en papaya) |
Tijdens
onze laatste dag in Pondicherry hebben we ook even een bezoek gebracht aan
Auroville, een korte wandeling richting de Matrimandir stond op het programma.
Dit is een gemeenschap die is opgericht in 1968. De bedoeling is om hier een
samenleving op te richten waar mensen vreedzaam, ecologisch en duurzaam
samenleven van over de hele wereld. Het idee is ook om kasten, standen of een
andere vorm van discriminatie tussen mensen uit te sluiten. Iedereen wordt als
een gelijk individu bekeken.
Plots
was het al zaterdag 16 maart en was het verblijf in Pondicherry afgelopen. De
weg ging verder naar Thanjavur. Onderweg stopten we vaak om de lokale huisjes
in klei met een rieten dak te observeren. Het viel ook op dat er nog veel
goederen werden getransporteerd met koe en kar. Deze koeien hebben meestal
gekleurde horens. De reden hiervoor is dat men hen op deze manier gemakkelijk
van op afstand kan zien, zelfs in het donker. De weg liep ook door ontzettend
uitgestrekte rijstvelden. Dit gebied of de Cauverydelta is de rijstschuur voor
heel Tamil Nadu. Maar dit jaar is er te weinig water door opnieuw een
tegenvallende Moesson waardoor veel boeren slechts een kleine opbrengst hebben.
De klimaatopwarming is ook in Zuid-India duidelijk op te merken.
 |
Ossenkar voor vrachtvervoer in de cauvery delta |
Er werden ook tempels bezocht in 3 verschillende steden. Eerst stond er een bezoek
aan Chidambaram (Dravidisch) op het programma. Deze tempel was een serieuze
tegenvaller want het was er smerig. Dit valt nog extra op omdat je altijd op je
blote voeten moeten rondwandelen in een tempel, dit is bovendien ook warm.
Hierna ging de weg verder richting de Sri Pragadheswarar (Chola) tempel in
Gangekondacholaporam. Deze tempel was gelegen in een prachtige tuin waar je
eigenlijk perfect een lunch kon nemen. Hier bleek al snel dat we beiden de
voorkeur hadden voor de tempels gebouwd door de Choladynastie. Deze tempels
zijn soberder en men ziet nog duidelijk de witte steen. De tempels die zijn
gebouwd in Dravidische stijl daarentegen worden gekenmerkt door ontzettend veel
kleuren. Het komt over als een veel te kitscherig schilderij dat je bekijkt. Na
de middag hebben we nog enkele tempels bezocht in Kumbakonam, hier waren zeker
wel 100 tempels. De Dravidische tempels waren gelukkig voor ons gesloten
waardoor we deze van buitenaf konden bekijken.
 |
Poserende meisjes voor een beeld in de tuin rond de tempel in Gangaekondacholaporam |
Na
het bezoek van al deze tempels was er nog een laatste halte gepland net buiten
Thanjavur. De regio is gekend voor het brons gieten. We bezochten een lokale
gieterij waar men eerst nog een figuur in was maakt vooraleer men hier de
bronslegering ingiet. Dit werk is vrij intensief, duurt lang en zorgt ervoor
dat elke figuur verschillend is. Ik heb mij hier dan ook als herinnering voor
mijn India-avontuur een mooi beeld uitgekozen. Het zal alleszins mooi staan op
een kast in de living in mijn toekomstig huis. Nadien gingen we naar het hotel
waar we wederom ontzettend lekker hebben gegeten. Alle producten waar organisch
geteeld en je proefde dat ze heel vers waren. Mijn pannenkoek smaakte ook
super. Ondertussen was Balu al vertrokken naar huis want zijn vrouw woonde
slechts op 1 uur rijden van hier.
 |
Ambachtelijk bronsgieten nabij Thanjavur (eerst maakt men een omhulsel in was en nadien wordt hier het brons ingegoten) |
Na
een korte nacht wegens festivalmuziek vanuit de kleine lokale tempel in de
buurt van het hotel ging het bezoeken van tempels verder. Vandaag was het de
beurt aan de Brihadisvaratempel en gelukkig voor ons is dit ook een tempel die
is gebouwd door de Chola’s. Deze tempel staat op de lijst van
UNESCO-werelderfgoed. Om iets meer te begrijpen van alle beelden en ook toegang
te verkrijgen als niet Hindoe tot het binnenste van de tempel hebben we ook
hier een gids genomen. Onze gids bleek een leerkracht te zijn, dat was te zien
aan de notities die hij maakte en het vragen van onze aandacht. Toeval of niet,
maar hij gaf net als mij ook biologie. Gedurende bijna 2 uur bleven we binnen
het tempeldomein rondwandelen en we werden beide gezegend door de
tempelolifant. Al zuigt dat dier ongeveer al je haren op als hij zijn slurf op
je hoofd plaatst. Na het bezoek van deze tempel namen we de riksja en wonder
boven wonder, ik zag voor de eerste keer in India een vrouwelijke bestuurder.
Het was dan ook een must om haar als chauffeur aan het werk te zetten. Na een
rustige(re) rit in vergelijking met een normale riksja kwamen we toe aan het
Marata Palace. Dit paleis van de vroegere maharadja is nu een museum waarin
verschillende beeldhouwwerken in steen in
brons staan tentoongesteld. Nadien
was het al middag en kwam een fris uitgeruste Balu ons afhalen.
 |
Een vrouwelijke ritsjachauffeur is een zeldzaamheid |
 |
De leerkrachten biologie (ikzelf en de gids in de tempel van Thanjavur) |
 |
de Brihadisvaratempel te Thanjavur als pareltje van de kunst tijdens de Choladynastie |
Het
was wederom een warme dag en de weg ging van Thanjavur over Trichy richting
Sevapur. Voordat ik naar mijn gekende leefomgeving wilde terugkeren dacht ik
nog het rockfort te bezoeken in Trichy, maar wegens de hitte hadden mijn blote
voeten op de warme rots waarschijnlijk afgezien. Vandaar dat we deze halte aan
ons hebben laten voorbij gaan. Net voordat we in Sevapur toekwamen werden nog
de nodige koekjes en andere hapjes gekocht. Op deze manier hadden we iets als
middagmaal en kon ik iets uitdelen aan de overige gasten en de medewerkers van
ISS. Na een weg die men aan het heraanleggen is te hebben getrotseerd en enkele
keren door de planten te moeten rijden kwamen we eindelijk in Sevapur toe.
Gelukkig voor mama waren ze toch wel niet de nieuwe rijst aan het planten. Op
2km van de eindmeet moest er dan ook even worden halt gehouden om dit fenomeen
op band vast
te leggen.
 |
Rijst planten in Sevapur met de bergen en de kokosnootbomen op de achtergrond |
 |
Rijst planten in Sevapur (ingezoomd) |
Eenmaal
we toekwamen in ISS begon ik meteen met een rondleiding te geven van het
hoofdgebouw en de aanwezige medewerkers. Aangezien het zondag was en er een
meeting doorging in Dindigul was er wel bijna niemand aanwezig. Maar een
rustige avond mag ook steeds. Tijdens het bezoek van ISS zijn we de hele tijd
in Sevapur gebleven. Een wandeling doorheen het dorp langsheen de Oganic farm
en een bezoek van een lokale familie stonden de eerste dag tijdens de
voormiddag gepland. Nadien gingen we verder richting de Annai Lea Higher
Secondary School. Hier hebben we een pikant middagmaal gegeten en zijn we
gedurende de namiddag nog blijven napraten met leerlingen, leerkrachten en
voornamelijk met de directrice. ’s Avonds zijn we door haar nog uitgenodigd om
met haar gezin te komen praten.
 |
Een idyllische plek in Sevapur (een traditionele woning bestaande uit klei en riet) omringd door palmbomen en rijstvelden |
De
volgende dag stond hetzelfde op het programma, nog even de school bezoeken en
dan terug richting ISS en de zakken maken. Na deze 2 dagen verlieten we dan ook
Sevapur. Opnieuw liet ik mijn woonplaats achter en deze keer voor 2 weken in
plaats van de voorbije week. In de volgende post wordt het 2de deel
van de reis verteld. Afscheid werd genomen in stijl, met een kop thee en de
gazet in de hand. Hard werken is een kunst, de nodige breaks horen daar ook bij
;-)
 |
Rustig de krant lezen op ISS tijdens de theepauze (en daarbuiten ook soms hoor) |